‘Met deze oogziekte zal je niet blind worden, maar het zal altijd wazig blijven. Wij kunnen op dit moment niets meer voor je doen’, was de mededeling van de professor in het Oogziekenhuis in Rotterdam. Hoe dan verder?
De loep
Mijn moeder deed net alsof er niets aan de hand was. Dat maakte het niet eenvoudiger, maar ik moest wel door: ‘Je moet ermee leven,’ zei ze altijd, ‘het is niet anders.’ Snel had ik begrepen dat ik niet een loep moest gebruiken om te lezen, nee, ik moest de ‘beste’ loep gebruiken. Altijd ben ik op zoek gegaan naar de meest geavanceerde en gebruiksvriendelijke hulpmiddelen. Een hulpmiddel moet je gebruiken, blijft die op de plank staan dan heb je er niets aan. Direct omruilen, een betere zoeken. In het prille begin van mijn leven met wazig zicht luisterde ik naar boeken via een bandrecorder, zo’n apparaat met twee van die ronddraaiende spoelen en een verrekt lastig dun, bruin bandje dat steeds afbrak. Vloeken en zuchten.
Audiomaatje
Daarna volgde de cassetterecorder om naar boeken te luisteren en opnames op school te maken. Toen volgde de Daisyspeler, met grote goed zichtbare en te voelen knoppen en schijfjes, een soort cd’tjes waar het boek of tijdschrift op stond. Steeds ging ik weer op zoek naar de beste merken en meest handige spelers. Ik liet me goed voorlichten door lotgenoten en door de patiëntenorganisaties, zoals vandaag de dag de Oogvereniging en de Maculavereniging. Nu luister ik naar boeken, tijdschriften en kranten via mijn audiomaatje de Webbox. Wel naar de meest geavanceerde: de Webbox3. Hij leest ook nog de ondertiteling van mijn tv voor en ik luister ermee naar de radio.
Telescoopbril
Eens gebruikte ik om teksten te schrijven een typemachine met extra grote letters en correctielint: De IBM bolkopschrijfmachine met de Orator-letter. Vervolgens tikte ik mijn testen met de Apple Macintosh 128K, die al 1985 in een paar seconden kleine letters op het scherm wist om te toveren naar grote koeienletters en andersom. En nu laat ik mij ondersteunen door de meest hoogwaardige technologie van de Apple iPad Pro. De low-visionspecialist, een deskundige die met engelengeduld het beste zicht uit slechte ogen haalt, meestal te vinden bij een hoogwaardige opticien of op een oogpoli van een ziekenhuis, heeft mij een leven lang voorzien van de beste loepen, met en zonder licht, en van telescoopbrillen om mee naar het voetbalstadion te gaan en naar de opera. ‘Zie je met dat ding ook de herhalingen’, vroeg een medesupporter op de tribune mij een keer.
De beste hulpmiddelen
En zo maakte ik van mijn leven met wazig zicht een way of life waarbij ik geluk had dat ik op het juiste moment op de goede plek was en de goede mensen tegenkwam. Zonder mazzel vaart niemand wel. Als je jong bent, begint het natuurlijk allemaal met een opleiding en een beroep dat bij je past. Eens werd ik banketbakker, maar dat lukte met mijn ogen niet echt goed. Via een op slechte ogen aangepaste beroepskeuzetest kwam ik verder. Het expertisecentrum Koninklijke Visio en de stichting Bartiméus kunnen voor slechtzienden en blinden daarbij goed adviseren. Bij het zoeken naar de way of life horen in ieder geval de beste hulpmiddelen.
Ga dus altijd op zoek naar die hulpmiddelen die bij jouw beperking passen. Of het nu met slechte ogen, oren of niet meer kunnen plassen te maken heeft, zoek de beste loep om zo makkelijk mogelijk te kunnen lezen, het meest geavanceerde gehoorapparaat om goed te kunnen horen of de beste en meest gebruiksvriendelijke katheter om te kunnen plassen. En dat geldt al helemaal als je, en slechte ogen hebt en niet meer kan plassen. Pas dan kan je van je leven met een beperking(en) een way of life maken. Hoe ik het deed? Tja… En, oh ja, voor ik het vergeet: De mazzel natuurlijk!