BLOG

Ab Vriethoff

Ab Vriethoff

Auteur


Ab Vriethoff (1949) schreef columns over maatschappelijke participatie van mensen met een beperking. Zelf gaat hij al nagenoeg een leven lang om met
een chronische oogziekte. Hierover schreef hij uiteindelijk het boek ‘Kijk, wazig zicht, nooit meer scherp’, om zijn ervaringen te delen. Vooral met kinderen en volwassenen met een blijvend slecht zicht en voor een ieder om deze slechtzienden heen: naasten, familie, vrienden, leraren, collega’s en buren. Maar ook voor hen die zich afvragen hoe het is om altijd rond te lopen in een waas. Leg maar eens uit wat slechtziendheid betekent, dat is net zo lastig als de oogziekte zelf. Het boek is geen kommer- en kwelverhaal, maar wel realiteit. Een ‘way of life’,  geregisseerd en geïnspireerd door een wazige blik, vol vegen en vlekken, in een uitdagende wereld.

Vanaf de ontdekking van mijn oogziekte, nu ruim achtenvijftig jaar geleden, tot aan de dag van vandaag heb ik nooit meer oogcontact kunnen krijgen. Met helemaal niemand. Door het volledig missen van het centrale zicht in beide ogen kan ik onmogelijk iemand recht in de ogen kijken.

Waas en lichtflitsen

Op de plek van de ogen van mijn contactpersoon zie ik alleen maar een wazige plek, doordrongen van lichtflitsjes en ronddraaiende staafjes en kegeltjes. Met de periferie, de zijkanten van je gezichtsveld, in iemands ogen kijken is geknutsel, dat lukt gewoon niet. Dan kijk ik iemand nog niet recht in zijn ogen. Natuurlijk doe ik net alsof ik mijn gesprekspartner recht in de ogen kijk. Mijn moeder heeft me dat geleerd: ‘Appie, je moet iemand altijd recht aankijken’, zei ze keer op keer. ‘Dan maar in een waas en lichtflitsen, maar het moet’, leerde zij mij. ‘Kijk me eens aan’, zei ze dwingend als ik haar wilde vertellen dat ik zo lekker op het strand gevoetbald had. Een hard gelag, want ik kan het niet. Het is lastig en onrustig, terwijl mijn contactpersoon niets in de gaten heeft.

Hart-tot-hart contact

Toch ben ik mijn moeder altijd dankbaar gebleven dat zij mij dat foefje, met je wazige vlekken kijken, heeft aangeleerd. Het is toch wel een enorm gemis dat ik niemand recht in zijn ogen kan kijken. Niet zolang geleden hoorde ik nog een uiterst deskundige oncoloog zeggen: ‘Pas als ik de patiënt diep in de ogen kan kijken, kan ik vaststellen of ik wel of niet ben begrepen!’

Jaap van Zweden

De dirigent Jaap van Zweden sprak in het televisieprogramma ‘Een Hollandse maestro op wereldtournee’ heel vertederend over zijn zoon Benjamin, die autisme heeft. Meer dan zeven jaar hebben hij en zijn vrouw Aaltje gevochten om oogcontact te krijgen met Benjamin. ‘Oogcontact is een hart-tot-hart contact, het mooiste contact dat er is’, aldus Jaap van Zweden. Dat geldt ook voor het oogcontact met zijn orkestleden. ‘Een hart-tot-hart contact leeft. Een contact dat over het orkest heen gaat, dat leeft eigenlijk niet’, gaf hij aan. ‘Maar als je eenmaal dat hart-tot-hart contact hebt, dan ontstaat er iets heel mooi’, ging hij verder.

Mooier dan Jaap van Zweden oogcontact heeft verwoord, dat kan gewoon niet. Geweldig is dat ik wel zonder enig probleem kan luisteren naar een prachtige uitvoering van Jaap van Zweden, als violist of naar een orkest dat onder zijn leiding staat. Kijk, dat geluk heb ik dan wel weer!

Kijk

Een rijk en inspirerend boek, niet alleen over de moeilijkheden, maar ook over de vele mogelijkheden die slechtzienden en blinden, ondanks hun handicap, aangrijpen om hun leven zinvol vorm te geven.

>