Marijke van Voorthuijsen is docent bij de Marnix Academie in Utrecht, waar ze studiecoach is en les geeft aan derde en vierdejaars pabostudenten. Daarnaast doceert ze in de Master SEN opleiding. Marijke vertelt hoe ze tegen passend onderwijs aankijkt en hoe studenten op de Marnix Academie worden voorbereid op passend onderwijs.
De school op de hoek
Marijke is er voorstander van dat er maatwerk wordt geleverd door ‘de school op de hoek’. Om maatwerk te kunnen leveren is het noodzakelijk dat leerkrachten onder andere ontwikkelings- en leerlijnen kennen, (specifieke) onderwijsbehoeften (her)kennen, creatief zijn en kunnen samenwerken. Leerkrachten kunnen nooit in hun eentje passend onderwijs bieden, het is volgens haar altijd een teamverantwoordelijkheid . Marijke hoopt dat de expertise die de afgelopen decennia is opgebouwd in het s(b)o over het tegemoet komen aan (zeer) specifieke onderwijsbehoeften niet verloren raakt, maar terecht komt op ‘de school op de hoek’. Het plaatsen van een leerling in een speciale setting zou alleen nog moeten als dit in het belang van de betreffende leerling is.
Ongelijk onderwijs
Het leerstofjaarklassensysteem, dat ervoor zorgt dat leerlingen van dezelfde leeftijd bij elkaar in de groep zitten en dezelfde leerstof krijgen, werkt volgens Marijke belemmerend voor een optimale afstemming op de verschillende (specifieke) onderwijsbehoeften van kinderen. Optimale afstemming vraagt om ‘ongelijk onderwijs’. Passend onderwijs is volgens Marijke alleen mogelijk als er gezocht wordt naar nieuwe inrichtingen en concepten voor het (basis)onderwijs. Daar zijn al mooie voorbeelden van te vinden in Nederland. Zo krijgen alle leerlingen op basisschool ‘De School’ in Zandvoort de mogelijkheid om hun eigen onderwijs in te richten samen met ouders en leerkracht(en). Elke tien weken wordt er voor elke leerling een nieuw leerplan gemaakt. Uitgaan van verschillen en het leveren van maatwerk, ook aan kinderen met (zeer) specifieke onderwijsbehoeften, is op deze school vanzelfsprekend.
Kennismaking met passend onderwijs
Op de Marnix Academie waar Marijke werkzaam is, maken de pabostudenten in het derde jaar in het kader van de verplichte minor ‘Zorg voor ieder kind’ kennis met de wet- en regelgeving, verschillende visies en de organisatie van passend onderwijs. Verder krijgen ze in de minor hoorcolleges en werkgroepen over gedragsstoornissen zoals ASS, ADHD, ODD en CD en is er aandacht voor o.a. faalangst, hoogbegaafdheid en dyslectische kinderen. Een label mag volgens Marijke niet bepalen wie het kind is, maar zorgt er wel voor dat de student het kind met zeer specifieke onderwijsbehoeften beter leert begrijpen. ‘Gewone kinderen speciaal en speciale kinderen gewoon vinden’ is een mooie houding om passend onderwijs op te baseren.
De onderzoekende houding leren
Om passend onderwijs te kunnen verzorgen is ook een onderzoekende houding nodig. De Marnix Academie wil haar studenten leren om een kritische, nieuwsgierige, analytische en planmatige houding (KNAP) aan te nemen. Als onderdeel van de minor oefenen de studenten dit in de praktijk door de onderwijsbehoeften van hun stageklas in kaart te brengen. Ze kijken naar de kwaliteiten en aandachtspunten van de leerlingen in hun klas en schrijven voor elke leerling een handreiking; hoe leert en ontwikkelt dit kind zich het meest optimaal? Na het in kaart brengen van de verschillende onderwijsbehoeften ontwerpen de studenten plannen waarmee doelen gerealiseerd kunnen worden voor de vakken Nederlands en rekenen en voor de sociaal emotionele ontwikkeling en de werkhouding/taakaanpak. Goed afstemmen op alle kinderen gaat niet vanzelf, dat gaat met vallen en opstaan en vraagt om leerkrachten die ‘een leven lang leren’. Dit laatste geldt overigens niet alleen voor leerkrachten in het basisonderwijs maar ook voor Marijke.