BLOG

Ab Vriethoff

Ab Vriethoff

Auteur


Ab Vriethoff (1949) schreef columns over maatschappelijke participatie van mensen met een beperking. Zelf gaat hij al nagenoeg een leven lang om met
een chronische oogziekte. Hierover schreef hij uiteindelijk het boek ‘Kijk, wazig zicht, nooit meer scherp’, om zijn ervaringen te delen. Vooral met kinderen en volwassenen met een blijvend slecht zicht en voor een ieder om deze slechtzienden heen: naasten, familie, vrienden, leraren, collega’s en buren. Maar ook voor hen die zich afvragen hoe het is om altijd rond te lopen in een waas. Leg maar eens uit wat slechtziendheid betekent, dat is net zo lastig als de oogziekte zelf. Het boek is geen kommer- en kwelverhaal, maar wel realiteit. Een ‘way of life’,  geregisseerd en geïnspireerd door een wazige blik, vol vegen en vlekken, in een uitdagende wereld.

De ernst van de oogziekte was wel tot mij doorgedrongen, maar wat dat verder voor mij zou betekenen niet. Een maand voor de ontdekking van mijn eeuwig blijvende slechte zicht herkende ik op straat nog elke auto, merk en type. Maar nu waren het allemaal schimmen geworden. 

Ik kreeg een verrekijker van mijn opa, een leesliniaal voor op school en mocht vlakbij de zwart-wit tv zitten. Niets aan de hand eigenlijk, vooral daar mijn moeder nog eens aangaf dat ik wel een prachtig vak leerde voor een jongen met slechte ogen: banketbakker. ‘Dan werk je tenminste met grote letters: banketletters en chocoladeletters’, zei ze. En werkelijk, ze geloofde daar zelf heilig in. Steeds meer begreep ik dat mijn verdere leven een bestaan zou gaan worden vol misverstanden, onbegrip en steeds maar weer uitleggen. Als je moeder er al helemaal niets van begrijpt, wie dan wel? 

Banketbakker

Dat vak paste in die tijd helemaal niet bij mijn slechte ogen. De temperatuur van de ovens lezen, recepten afwegen, taartpunten exact gelijk snijden, een en al precisiewerk. Als zestienjarige kreeg ik mijn eerste baas: Banketbakkerij Pott in de Van Baerlestraat in Amsterdam met een filiaal op de Heiligeweg, tegenover het zwembad. Op de plaats van het zwembad ligt nu het winkelcentrum Kalvertoren. Vierenhalve dag van de week werkte ik bij Pott en één dag per week ging ik naar de banketbakkersschool aan de Elandsgracht. Dit leerlingstelsel bestaat nog altijd. Op zaterdagmiddag en zondag was ik vrij. 

Stiekem nam ik de recepten van Pott mee naar huis om ze in mijn kamer groot over te schrijven en vooral om ze zo veel mogelijk uit mijn hoofd te leren. Niemand in de bakkerij wist iets van mijn ogen. En zou ik het aan een collega vertellen, dan snapte die er toch niets van. Wel kreeg ik op mijn donder als de saucijzenbroodjes niet allemaal even groot waren. Er stonden toch streepjes op de maatlat!

Uiteindelijk haalde ik in juli 1967 het diploma Vakbekwaamheid voor het Banketbakkersbedrijf in Groningen bij Bakker’s banketbakkersvakschool in de Pelsterstraat. In de tussentijd versleet ik een aantal bazen: Schulte in de Witte de Withstraat, Miltenburg in de Kinkerstraat, Oldenburg in de Maasstraat en Avezaath in de Cornelis Schuytstraat. Allemaal Amsterdamse banketbakkers met enige uitstraling. 

Wazige plekken

Bij Banketbakkerij Schulte had ik eens bij het bereiden van een beslag voor taarten te weinig suiker afgewogen. Verkeerd gegokt op de hangende klokweegschaal zullen we maar zeggen. Bovendien wat te veel zout toegevoegd. Het was blijkbaar een dag waarop de wazige plekken in mijn gezichtsveld niet weg te toveren waren. Daar was ik te moe voor, of ik voelde me net niet helemaal optimaal en dan ging het met die ogen al helemaal niet. Baas Schulte kwam het beslag, bestemd voor zoete slagroom- en chipolatataarten, proeven. In plaats van zoet smaakte het pittig zout en het beslag had geen structuur. ‘Jezus man, wat smerig! Wat is dit nou? Maak daar maar omeletten van voor je ouwe moer!’ brieste Schulte in onvervalst Amsterdams. De lachsalvo’s van de collega’s rolden door de bakkerij. Het waren van die momenten dat ik wel kon janken van ellende. Maar ik moest door. Geen gezeur. 

Tegenwoordig werken slechtzienden volop in de bakkerij. Recepten worden voorgelezen, weegschalen praten en de ovens worden automatisch bediend via de computer. Ik werd omgeschoold en ging rechten studeren. Maar waar die piepkleine lettertjes in de wetboeken en al die stapels dossiers met mijn slechte ogen toe zou leiden, was bij het begin van de studie een grote vraag. En… niet alleen voor mij.

 

Kijk

Een rijk en inspirerend boek, niet alleen over de moeilijkheden, maar ook over de vele mogelijkheden die slechtzienden en blinden, ondanks hun handicap, aangrijpen om hun leven zinvol vorm te geven.

>