‘Mijn oren lijken wel vlindervleugels, zei een kind ooit tegen mij. Dat vind ik zo prachtig! Kinderen het plezier van taal te laten beleven. Ze laten ontdekken wat je er allemaal mee kunt. Dat taal veel meer is dan woordjes achter elkaar zetten’. Mariet Lems biedt in haar boek ‘Weten waar de woorden zijn’ een methode voor zo’n creatief taalproces.
Ze heeft een rijke carrière op het gebied van de kunsteducatie, literatuur en beeldend drama. Werkte bij de afdeling onderwijs van Artiance in Alkmaar en geeft onder andere lessen en workshops door het hele land op het gebied van creatief schrijven en poëzie. ´Tijdens een bijeenkomst van een Onderwijsbegeleidingsdienst hoorde ik leerkrachten zeggen dat zij niet meer met de stelopdrachten wilden werken omdat die ‘niet het juiste resultaat hadden’. Dat was voor mij het sein daarmee iets te doen´.
Taal
Hoe krijg je kinderen zo ver dat zij zich in de taal creatief kunnen en durven uiten? Mariet Lems heeft daarvoor eerst de bestaande methoden bestudeerd en bekeken hoe dat anders zou kunnen. Dat was de basis voor het boek ‘
Weten waar de woorden zijn’. ‘Doordat ik ook voor de klas stond met mijn workshops, werd de methode steeds verder geperfectioneerd en heb ik besloten om er een boek van te maken.
Creativiteit
We zijn het er allemaal over eens: creativiteit raakt in het onderwijs ondergesneeuwd. Er is steeds minder geld beschikbaar voor onder andere cultuuronderwijs. Zo neemt het cognitieve het creatieve proces steeds meer over. Maar anders omgaan met taal, kinderen creatief laten denken en ontdekken hoeft, volgens Lems, niet veel meer tijd en geld te kosten dan de meer traditionele wijze van taalonderwijs. ‘Een voorbeeld: na de vakantie zeggen veel leerkrachten: pak en blaadje papier en schrijf op wat je allemaal in de vakantie hebt beleefd. Sommige kinderen gaan dan in de toen en toen modus en andere kauwen op hun pen of potlood omdat ze niet weten waar ze moeten beginnen. Maar biedt dat nu eens anders, op een meer creatieve manier aan. Vraag de kinderen één plek in gedachten te nemen waar ze het heel leuk hadden en laat ze nadenken over die plek. Wat hoorde en wat voelde je toen. En laat ze dat gaan beschrijven’.
Zintuigen
Begrenzen maar ook de zintuigen laten spreken in woorden, daar gaat het om. ‘De volgende stap is dan 6 of 8 regels uit zo’n verhaal te nemen en ze vertellen en laten horen dat dit óók poëzie is. Dat verbaasd ze en daar maak je kinderen zo gelukkig mee! Het geeft zelfvertrouwen en plezier dat een kind dit ook kan. Want heel veel kinderen hebben slapende woorden in zich. Het is aan ons ze die te laten ontdekken.