Over autisme bij kinderen, jongeren en volwassenen wordt de laatste jaren veel geschreven. Autisme bij ouderen is echter nog een onbekend terrein. Niet gek, want vroeger was autisme een onbesproken ziekte. Veel ouderen weten vaak niet eens dat ze autisme hebben, terwijl ze al jaren worstelen met de symptomen. Hoe autisme zich uit bij ouderen is grotendeels nog onbekend.
In de DMS-5 is autisme niet meer uitsluitend gericht op kinderen en dit sluit aan bij het besef dat ook ouderen kunnen lijden aan autisme. Er bestaan slechts twee studies naar de cognitieve functies van ouderen met autisme. In beide studies waren de ouderen pas op latere leeftijd gediagnosticeerd en het is nog onduidelijk hoe als kind gediagnosticeerde ouderen met autisme zich ontwikkelen tijdens hun laatste levensfasen.
Gedragskenmerken
Klachten van ouderen met autisme kunnen uiteenlopen van eenzaamheid en depressie, tot het slecht reageren op prikkels van buitenaf. Opvallend is bovendien dat ouderen vaak minder flexibel zijn. Vooral ouderen met autisme hebben moeite met structuur in hun leven. Ook het wegvallen van een partner zorgt vaak voor extra problemen in de vorm van overbelasting of overprikkeling. Hetzelfde geldt voor ouderen in een verzorgingstehuis. Veel ouderen weten niet wat er aan de hand is als ze zich zo voelen en maar weinig hebben ooit contact gezocht met een psychiater. Pas als het echt misgaat, wordt er ingegrepen en dan pas wordt er onderzocht wat er aan de hand is.
Diagnose stellen
Het is voor een deskundige vaak lastig om op oudere leeftijd een goede diagnose te stellen. Het is belangrijk om een goed beeld te krijgen van de vroege ontwikkeling, maar bij ouderen is dit niet altijd mogelijk. Soms is er gelukkig een familielid dat hierbij kan helpen. Daarnaast moeten andere ziektebeelden welke kenmerkend zijn voor ouderen, zoals dementie, uitgesloten worden. Recent onderzoek toont aan dat maar weinig huisartsen autisme herkennen en dat is zorgelijk, want voor patiënten met autisme is de juiste begeleiding essentieel. Gerichte psychiatrische zorg is van groot belang voor deze kwetsbare ouderen.
Behandelopties
Hulpverlening is vaak gericht op het aanbrengen van structuur en het verminderen van prikkels in de omgeving. De behandeling van ouderen met autisme hangt af van de concrete zorgvraag van de patiënt. Waar kan hij of zij hulp bij gebruiken? Het aanleren van vaardigheden of juist hulp bij het verbeteren van de relatie? Het is belangrijk dat ook de partner wordt betrokken in de therapie, aangezien autisme van grote invloed is op de partner. De verschillen tussen ouderen zijn groot en daarom is het zo belangrijk om gebruik te maken van individuele behandelmethoden. Ook over de behandeling van ouderen met autisme is nog niet veel bekend. Meestal wordt er gebruik gemaakt van bestaande methodes voor de behandeling van volwassenen. Hierbij kan gedacht worden aan cognitieve gedragstherapie en EMDR. Deze behandelmethodes zijn voornamelijk gericht op het verminderen van angststoornissen en het verlagen van overprikkeling. Er is ook ruimte voor acceptatie en het terugkijken op het leven. Tevens lijkt groepsbehandeling goed aan te slaan, omdat het vaardigheden van ouderen vergroot. Een groot voordeel van deze methode is dat ouderen in contact gebracht worden met lotgenoten. Daarbij laat onderzoek zien dat mindfulness bij ouderen met autisme daadwerkelijk effectief is en daarmee een aanvulling is op bestaande behandelmethoden.
De diagnose van ouderen met autisme is vaak erg lastig. De symptomen bij ouderen zijn duidelijk anders dan bij kinderen of volwassenen en dit heeft grote invloed op de behandeling. In de literatuur is nog maar weinig bekend over deze specifieke groep, dus het is noodzakelijk dat er meer nagedacht wordt over diagnostiek en behandelmethoden. Ouderen met autisme verdienen meer aandacht!
Gebruikte literatuur
https://www.anneliesspek.nl/PSY1307_52-60_W2_3.pdf
https://www.gezondheidenco.nl/83461/autisme-op-latere-leeftijd/
https://www.autismekenmerken.net/autisme-2/autisme-en-ouderen/
https://www.mindfulnessbijautisme.nl/Art_mind%20bij%20ouderen_2.pdf