BLOG

Sylvia Stuurman

Auteur


Sylvia Stuurman is autistisch, universitair docent Informatica en autodidactisch deskundige op het gebied van autisme. In haar boek laat zij zien wat de kern van autisme is en welke invloed dat heeft op iemands ontwikkeling. 

In zijn boek Zero degrees of empathy uit 2011 worden autisten, samen met mensen met een aantal persoonlijkheidsstoornissen (narcisme, borderline en psychopathie) door  autisme-onderzoeker Simon Baron-Cohen  opgevoerd als mensen zonder empathie. De Amerikaanse titel is The science of evil, om het nog eens sterker aan te zetten. Met tussen haakjes excuses voor iedereen die “autist” als scheldwoord ziet. Ik gebruik het hier niet als scheldwoord maar als verkorte vorm van “iemand met de diagnose ASS”.

Empathie

Autisten krijgen in zijn boek weliswaar het stempel “positief”, omdat ze een gebrek aan empathie combineren met een stelsel aan morele overtuigingen vanuit hun neiging tot systematiseren, zodat ze niet geneigd zijn tot het Kwaad, maar de boodschap blijft: empathie en autisme gaan niet samen. Zeven jaar later meldt dezelfde Simon Baron Cohen op Twitter dat het een mythe is dat autisten geen empathie hebben. Kennelijk is hij, terecht, van zijn theorie afgestapt, maar zijn boek blijft verkocht worden. Hoe zit het dan wel? Ik denk dat het zogenaamde gebrek aan empathie is gebaseerd op een serie misverstanden tussen autisten en anderen. Empathie is niet één ding. Er bestaat geen “empathie-gen”, en er bestaat geen “empathie-circuit” in de hersenen. 

Meevoelen

Een van de samenstellende delen van empathie is meevoelen met een ander. Veel autisten voelen heel sterk mee met anderen wanneer ze merken dat iemand pijn heeft of verdrietig is. Het misverstand kan hem er hier in zitten dat het lastig is, voor wie autistisch is, om in de gaten te hebben hoe iemand zich voelt.  Op de vraag “Is er iets”, wordt bijvoorbeeld geantwoord “Nee hoor, er is niets”. De autist gaat er van uit dat de ander eerlijk is, net zoals de autist dat zelf zou zijn.

Verplaatsen in de ander

Een ander onderdeel van empathie is dat je je kunt verplaatsen in de ander. Dat zouden autisten niet kunnen. Het wonderlijke is, dat dat andersom natuurlijk minsten zo zeer geldt. Neurotypici (niet-autisten) kunnen zich niet verplaatsen in iemand die autistisch is, en vinden het, bijvoorbeeld, aanstellerij wanneer iemand er niet tegen kan wanneer er meerdere gesprekken tegelijk worden gevoerd. Er is dus over en weer een gebrek aan perspectiefverplaatsing. De autisme-onderzoeker Damian Milton noemt dat het `double empathy problem’: er is een probleem met empathie tussen neurotypici en autisten. 

Elkaar begrijpen

Tenslotte is onderdeel van empathie dat je tot actie over kunt gaan, en iets voor iemand doet.  Ook daarbij is het logisch dat er misverstanden ontstaan. Als de autist in kwestie de ander alleen laat, omdat hij of zij in dezelfde situatie ook graag alleen tot rust komt, is dat een empathische actie, die vaak als niet-empathisch wordt geïnterpreteerd. Of de autist komt niet tot actie, uit twijfel over de mogelijkheden, en de wetenschap dat het zo vaak fout valt wat hij of zij probeert te doen. Laten we dus alsjeblieft voor eens en altijd onthouden dat het zogenaamde gebrek aan empathie van autisten berust op een serie misverstanden. Die misverstanden liggen niet perse aan degene die autistisch is, maar komen tot stand door de wisselwerking tussen autisten en neurotypici. De oproep is dus: laten we proberen elkaar te begrijpen.  

Autisme is geen puzzel

De auteur beschrijft autisme van binnenuit, met tegelijkertijd een wetenschappelijke basis met veel voorbeelden uit de praktijk, De auteur en haar partner hebben beiden autisme maar elk op een andere manier. Zijn commentaar en de voorbeelden van hen beiden schetsen een veelzijdig beeld van autisme.