.st0{fill:#FFFFFF;}

“Als ze weten waar de ruimte zit, dan gaan ze vliegen” 

 9 november 2015

  • minuten leestijd 

Marieke en Maroa.500x272

Als specialist hoogbegaafde kinderen zag Marieke van Bodegraven al signalen van een bijzonder hoog IQ bij Maroa Sourbag. De test bevestigde haar vermoedens. Basisschool Talentrijk ging toen op verschillende manieren Maroa meer uitdagende lesstof aanbieden. De Nijverdalse school is daar behoorlijk goed in, al moet je er wel keuzes voor maken. “Er is niet altijd tijd en ruimte voor passend onderwijs, maar daar proberen we steeds creatieve oplossingen voor te vinden.”

Sharon Sourbag gaf in groep 4 aan dat haar dochter Maroa niet lekker in haar vel zat. Hoe is het daarna verder gegaan?

“Ik ben daar toen bij betrokken omdat ik veel affiniteit heb met het onderwerp hoogbegaafdheid en ervaring met het opzetten van plusgroepen. Bij Maroa was het beeld behoorlijk wisselend: ze werkte soms niet even netjes haalde niet alleen maar hoge cijfers. En ook op de cito-toetsen scoorde ze niet bij alles heel goed. Dat kan op onderpresteren duiden, en dat bleek ook wel toen ik zag dat Maroa na doortoetsen wél op een aantal vlakken een A-score had. Dat, gecombineerd met de signalen die Sharon gaf, leidde toch wel naar een duidelijk beeld. We dachten dat de uitdaging die in de plusgroep geboden wordt, goed zou zijn voor Maroa. Na de IQ-test wisten we dat zeker, want die pakte heel hoog uit.”

Dus Maroa ging naar de plusgroep. Wat hebben jullie verder voor haar gedaan?

“’Compacten en verrijken’: we halen de moeilijke dingen uit haar leerstof en daar doet ze dan nog aan mee. En daarnaast krijgt ze extra uitdagingen, verrijkende stof, zoals de rekentijgers en pluspunters. We proberen nu ook opdrachten op de weektaak te zetten die een beroep doen op het onderzoeken en creëren. Een kwestie dus van de reguliere lesstof indikken zodat er ruimte komt voor moeilijke, uitdagende opdrachten.”

En ze kan altijd met jou praten als ze ergens mee zit?

“Ja, en dat vind ik ook heel leuk. Het is natuurlijk wel afhankelijk van de tijd en ruimte die ik heb. In het kader van Passend Onderwijs proberen we daar oplossingen voor te vinden.”

Hoe is de extra ondersteuning verder bij Talentrijk geregeld?

“We hebben IB’ers die de zorg coördineren en er zijn onderwijsassistenten voor de ondersteuning van kinderen die het op school gedragsmatig of cognitief lastig vinden. Dus ook voor hoogbegaafde kinderen. De leerlingen die moeite hebben met de leerstof waren altijd beter in beeld. Dat komt ook omdat hoogbegaafde kinderen zich vaak gaan aanpassen, sociaal wenselijk gedrag laten zien. Of gedragsmatig problemen gaan vertonen. Dat gebeurt vaak al in de kleutertijd. Je moet er dus vroeg bij zijn en daarom ben ik het accent gaan leggen op het signaleren, om hoogbegaafde kinderen op een zo jong mogelijke leeftijd te herkennen. Daar komt nu bij ons een omslag in: de kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong op jonge leeftijd worden eerder herkend.”

Maar wat betreft capaciteit blijft de extra ondersteuning dus lastig?

“Ja, je moet keuzes maken. Kies je bijvoorbeeld voor een enkele groep of een wat grotere combinatiegroep? Doe je dat laatste, dan heb je ín de groep minder ruimte voor extra ondersteuning, maar erbuiten juist meer. Het is bijvoorbeeld lastig om Maroa binnen de groep genoeg aandacht te geven. Maar het alternatief is kleinere groepen en minder ruimte voor onderwijsassistenten, de specialist HB, IB’ers en ICT’ers. Allemaal ondersteuning die voor de ontwikkeling van de school van groot belang is. We proberen dat enigszins op te vangen door lio-studenten naast een specialist in een groep te zetten, waardoor er ‘creatieve tijd’ ontstaat. Daarin kan bijvoorbeeld ik, als HB-specialist, dan aan de slag gaan. Hoewel je die studenten natuurlijk wel de nodige begeleiding moet geven. En ongemerkt gaat er veel ‘eigen tijd’ in zitten, omdat het mijn passie raakt.”

De school heeft dus een dilemma, maar niets doen is natuurlijk ook geen optie.

“Je zit als school in een spagaat en je moet dus een visie hebben en keuzes maken. Want in feite heeft ieder kind het recht om gezien te worden. Ook hoogbegaafde kinderen. Niet alleen voor de kinderen zelf, maar ook om hun talent niet voor de maatschappij verloren te laten gaan.”

Heb je nog een tip voor docenten die met hoogbegaafde leerlingen te maken krijgen?

“Werk aan het ontwikkelen van executieve functies, zoals planning, taakinitiatie en metacognitie. Laat ze over hun eigen leerproces meedenken, want dat zorgt voor betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Hoogbegaafde kinderen kunnen echt gelijkwaardige gesprekspartners zijn en ze komen vaak met mooie oplossingen en zeer relevante tips. Je kunt ze dus héél goed meenemen. Als ze weten waar de ruimte zit en ze weten wat je bedoelt, dan gaan ze vliegen.”

>