.st0{fill:#FFFFFF;}

‘Aan dementie heb ik geen moment gedacht’ 

 11 juni 2015

  • minuten leestijd 

Tina is de partner van meneer Balkema, die onlangs is verhuisd naar ’t Suyderhuys in Surhuisterveen. Ze vertelt dat meneer Balkema al langere tijd vreemd gedrag vertoonde en haar steeds meer begon te claimen.

‘We kennen elkaar via de kerk, we hadden allebei onze partner verloren en konden het goed met elkaar vinden. Op een gegeven moment zijn we gaan samenwonen. Nadat we waren verhuisd, ging het langzaam slechter met hem. Hij begon me steeds meer te claimen. Ik kon de kamer nog niet uit, of hij riep me. Als ik ergens naar toe ging, dan kwam hij me altijd ophalen. Verder deed hij eigenlijk niets anders meer dan televisie kijken. Ik dacht geen moment aan dementie, want hij was niet vergeetachtig. En hij was nog vrij jong. Lange tijd gebruikte hij kalmeringsmiddelen, ik denk dat die opvallend gedrag hebben onderdrukt. Van de huisarts moest hij daarmee stoppen en toen merkte ik al snel dat er iets niet klopte. Hij was gewoon niet meer aanspreekbaar.’

Boos
‘Hij heeft waarschijnlijk een aantal TIA’s gehad. Daardoor spreekt hij nu erg moeilijk. Ook kan hij niet meer lopen. Daar heeft het erg moeilijk mee, hoor. Het lijkt haast alsof hij dat ontkent. Dan zegt hij bijvoorbeeld dat we elektrische fietsen moeten kopen, zodat we weer samen kunnen fietsen. Dat is uitgesloten, want hij zit in een rolstoel. Door die TIA’s  kon hij veel dingen niet meer. Dat maakte hem boos. Als ik dan niet alles precies deed zoals hij het wilde, werd hij heel boos op mij. Op het laatst voelde ik me niet meer veilig. Ik sliep in een andere kamer. Dat was voor mij ook wat rustiger, want hij ging er ’s nachts vaak uit. Ook verwaarloosde hij zichzelf, ging niet meer onder de douche bijvoorbeeld. Uiteindelijk kwam er 2 keer per week iemand van thuiszorg om hem te douchen.’

Contact
‘Het was voor mij niet meer vol te houden. Ik wilde graag een keer op vakantie. Toen is hij een weekje opgenomen. Na die vakantie vond mijn zoon het onverantwoord als hij terug zou komen. Hij stond op een wachtlijst voor kleinschalig wonen. Uiteindelijk hebben we het zo kunnen regelen dat hij bij een zorginstelling een appartement kreeg en daar overdag naar de huiskamer kon. Niet dat hij daar ooit komt. Hij zit altijd op zijn kamer televisie te kijken. Hij vermijdt contact met anderen. Als ik terugkijk op de afgelopen jaren, dan denk ik dat hij nooit zo heel veel contact had met andere mensen. Hij verstopte zich achter zijn werk. Ook met zijn kinderen is het contact nooit echt goed geweest. Die komen af en toe wel langs hoor.’

Bladeren
‘Ik ga bijna iedere dag bij hem op bezoek. En soms neem ik hem mee naar huis, dan eten we bijvoorbeeld samen. Hij vindt het prima om alleen te zijn. En als er mensen komen die hij goed kent, bijvoorbeeld mijn zus, dan vindt hij dat heel gezellig. Ik neem wel eens tijdschriften en kranten voor hem mee. En als hij jarig is, wil hij graag boeken cadeau krijgen. Maar daar bladert hij alleen maar in. Lezen, daarvoor kan hij de concentratie niet meer opbrengen. Ik zou willen dat er wat activiteiten waren waaraan hij mee kan doen. Maar eerlijk gezegd weet ik ook niet goed hoe we hem tot iets kunnen aanzetten. Hij schijnt er niet zo veel last van te hebben.’

Het bericht ‘Aan dementie heb ik geen moment gedacht’ verscheen eerst op Dementie Verhalenbank.

Source: Verhalen over dementie