Bijna iedereen kent het doneren van organen van een overledene (hart, longen, nieren, alvleesklier, lever, huid, hoornvliezen) aan mensen die zulke organen hard nodig hebben. Veel minder bekend is dat je ook tijdens je leven een nier, een stuk van je lever, zelfs een long maar ook bloed en stamcellen kunt schenken. Hierover gaat dit boek, specifiek over de nierdonatie van Louis Ekas aan Ed Vlietman.
Nadat Louis Ekas (1959) de wanhopige oproep van een jonge moeder zag die dringend op zoek was naar een gezonde nier, wist hij het zeker. Hij zou haar een van zijn nieren schenken. Helaas bleken zij niet te ‘matchen’ en ging hij op zoek naar een andere ouder voor zijn nier. Aanvankelijk mocht hij zijn nier alleen anoniem afstaan, maar dat wilde hij per se niet. Hij liet het er niet bij zitten, ging de strijd aan met de gevestigde orde en bood als eerste in Nederland zelf zijn nier om niet aan in de media. Hierdoor vond hij de ontvanger voor zijn nier. De rest is een bijzondere geschiedenis vol hobbels, vragen en een voor beide vaders positieve uitkomst.
Intussen is het mogelijk bij leven zowel anoniem als niet-anoniem (onder bepaalde voorwaarden) een nier te doneren. En kunnen nierzoekers en nierdonoren elkaar treffen bij Stichting Doneren en Transplanteren.